
Napels zien en dan sterven. Een welbekende uitspraak van de wereldberoemde filosoof Goethe. Inmiddels heb ik het geluk gehad om Napels twee keer te kunnen aanschouwen. En Goethe heeft niet gelogen. Je moet er van houden maar Napels is niet te vergelijken met welke stad dan ook.
Als voetbalfan ga ik niet zo snel voor de overduidelijke keuze. Een wedstrijd in de Premier League of een bezoek aan FC Barcelona. Nee, ik wil iets ervaren. En dat heeft Napels bij mij gedaan. Ruud Krol maakte ooit in het shirt van Napoli een grote indruk. De allergrootste is zelfs Diego Armando Maradona. Toch waren zij het niet die mij naar Napels trokken. Ik was net iets te jong om van de Maradonna bij Napoli te genieten. Maar het waren de mannen van Walter Mazzarri waardoor ik een stedentrip naar Napels boekte.
Napoli ging onder leiding van Mazzarri weer de top bestormen in de Serie A. Marek Hamsik, Edinson Cavani en Ezequiel Lavezzi waren de tridente die naam maakte. Zelf hield ik ook wel van keeper Morgan De Sanctis, de opstormende back Christian Maggio en meedogenloze Hugo Campagnaro. Napoli had dus wel iets. En het was dan ook een van de redenen om een stedentrip aan Napels te combineren met een wedstrijd van Napoli. Of was het andersom?
De stad Napels is vervallen. Het heeft een slecht imago, maar toch blijft het mij trekken. Wat het precies is weet ik niet. Het voelt heel anders als de rest van Italië of Europa. En de club wordt gedragen door de hele bevolking. Dat bewees Covid-19 met gezang door de hele stad maar weer eens. Toch was het nog een hele uitdaging met mijn beperkte Italiaans om toen aan tickets te komen. Een jaar eerder had ik nog de hoop om op de bonnefooi naar het stadion te gaan. Er is echter sprake van officiële registratie en er was geen enkele mogelijkheid om op een andere manier tickets te kopen. Alles is op naam én ondanks wat je zou denken, het wordt in Napels ook echt gecontroleerd.
Naar Napoli – Inter
Dus toen ik opnieuw in Napels was ben ik in het centrum letterlijk van het ene naar het andere achterkamertje gestuurd. Uiteindelijk in een soort van casino terecht gekomen waar ik officiële wedstrijdtickets kon kopen. Tegelijkertijd was het lastig om een taxi te regelen. Het was Napoli – Inter. En de Napolitanen waren al snel in de veronderstelling dat deze Nederlanders fan van het Inter van Sneijder waren. In tegendeel, met het opnoemen van Campagnaro en Maggio was de chauffeur overtuigd en ging er ruim 50% van de prijs af. Forza Napoli! De clubs uit het Noorden worden niet al te vriendelijk ontvangen. Echte haat is er echter richting Juventus.
Stadio San Paolo is een oude betonnen bak. Er is heel wat onderhoud aan nodig. Tegelijkertijd maakte de Italiaanse politie indruk door met helikopters vrij laag over het stadion te gaan. De fans waren zenuwachtig. Het grote Inter kwam op bezoek. Die club zat in begin 2012 echter niet lekker in hun vel. Napoli was sterker. Sneijder en Forlan bleven al bij rust in de kleedkamer achter. Lavezzi opende de score. Natuurlijk deed stadionspeaker Decibel Bellini zijn best om het publiek op te zwepen. Elf minuten voor tijd moest Aronica aan de noodrem trekken. Zijn overtreding en rode kaart werd met gejuich ontvangen. Zeker toen de vrije trap randje zestien niet gevaarlijk werden. Zo wordt voetbal in Italië beleefd.
Wat is er naast Napoli nog meer in Napels te beleven?
- Eet pizza. Napels staat bekend om haar pizza’s. Mijn favoriet? L’Antica Pizzeria da Michele. Het is inmiddels wat commerciëler geworden. Mede door dat Julia Roberts er in een van haar films een pizza at. Toch is de smalle ingang naar de brede kelder, en natuurlijk de pizza een mooie ervaring.
- Pak de boot naar Capri. Napels is rauw. Capri is kleurrijk. Vanaf Napels zijn er dagelijks tientallen ferry’s naar Capri. Het is een klein stukje en meer dan de moeite waard. Het eiland Capri is wel ingericht op de jetset. Wanneer je het verkeerde terras pakt, kan het een duur middagje worden.
- Ga naar Spaccanapoli en aanbidt Maradonna. Een hele smalle straat in het centrum van Napels. Hier vind je nog een stukje terug van het oude Napels. Daar is ook een stalletje ter ere van Maradonna te vinden. Er is bij Bar Nilo een heus altaar gewijd aan Maradonna te vinden. Inclusief een aantal hoofdharen. Zo groot is Maradonna dus nog altijd in Napels. Vergeet niet een espresso te pakken bij Nilo.
- Via Partenope. Het is de straat met de duurdere hotels van Napels. Direct aan de baai met mooie uitzichten. Ook Castell Dell’ovo is hier te vinden. Wat alle Napolitanen weten: hier slapen de meeste tegenstanders van Napoli. Neem op de wedstrijddag de tijd en vermaak je met het spektakel. De bus van de tegenstander wordt omringd door scootertjes en auto’s. Sirines mogen niet ontbreken.
- Caravaggio. Hij was misschien wel de grootste schilders van zijn tijd. Er zijn wereldwijd maar een beperkt aantal schilderen van Caravaggio te vinden. In Napels zijn er verdeeld over drie plekken echter drie te vinden. Meer info vind je op de site van Visit Naples.