
Met een bevolking van slechts 350.000 inwoners heeft IJsland een uniek record in de voetbalgeschiedenis. Het eilandland in Noord-Europa is namelijk het kleinste land dat zich ooit voor een WK-eindronde heeft geplaatst. Dat gebeurde in 2018, toen de IJslanders onder leiding van bondscoach Heimir Hallgrímsson deelnamen aan het wereldkampioenschap in Rusland. Ook voor het WK van 2026 komt het record van IJsland niet in gevaar. WK-debutant Kaapverdië is immers een stuk groter. Typisch een vraag bij een WK voetbalquiz.
Een historisch debuut
Het debuut van IJsland was bijzonder. Het land, bekend om zijn vulkanen, gletsjers en geisers, kende nauwelijks een rijke voetbaltraditie. Toch wist het nationale elftal in 2016 al internationaal indruk te maken met de kwartfinaleplaats op het EK in Frankrijk. Twee jaar later volgde dus de kroon op het werk: deelname aan het grootste voetbaltoernooi ter wereld.
In de groepsfase van het WK 2018 trof IJsland sterke tegenstanders. De grootste stunt kwam meteen in de eerste wedstrijd, toen het elftal 1-1 gelijkspeelde tegen Argentinië. Ondanks de heroïsche start lukte het niet om de knock-outfase te bereiken, maar het avontuur leverde het land een plek in de geschiedenisboeken op.
Het vorige record
Voor 2018 stond het record op naam van Trinidad & Tobago. Het land uit de Caribische Zee plaatste zich in 2006 voor het WK in Duitsland, met de Nederlandse trainer Leo Beenhakker als bondscoach. Trinidad & Tobago heeft ongeveer 1,3 miljoen inwoners – bijna vier keer zoveel als IJsland.
Kaapverdië en andere kleine landen
Soms wordt gedacht dat Kaapverdië, met circa 600.000 inwoners, kans maakt om het record ooit over te nemen. Het Afrikaanse eilandstaatje heeft zich de laatste jaren sterk ontwikkeld en leverde diverse spelers af voor Europese competities. Toch blijft Kaapverdië qua bevolkingsomvang bijna twee keer zo groot als IJsland. Kaapverdië, met veel Nederlandse invloeden zoals Jamiro Monteiro (PEC Zwolle) en Deroy Duarte (Ludogorets), staat nu op de drempel van WK 2026.
Andere relatief kleine landen die een WK haalden zijn onder meer Noord-Ierland (1,5 miljoen inwoners in de jaren ’80) en Slovenië (2 miljoen inwoners in 2002 en 2010). Maar geen van deze landen kan tippen aan de minieme bevolkingsomvang van IJsland.
De mini-landen die het (nog) niet haalden
In Europa zijn er nog kleinere landen dan IJsland, zoals de Faeröer (55.000 inwoners), Liechtenstein (40.000), San Marino (33.000), Andorra (80.000), Luxemburg (660.000) en Malta (520.000). Ondanks af en toe een verrassende uitslag in de kwalificatiecampagnes, is hun kans op WK-deelname vooralsnog uiterst beperkt. De beperkte spelerspool en het hoge niveau van de Europese kwalificaties maken het bijna onmogelijk om de eindronde te halen.
Massale supportersreis
Dat IJsland een voetbalwonder was in 2018, bleek niet alleen op het veld. Ongeveer 1 op de 10 inwoners reisde destijds af naar Rusland om de nationale ploeg te steunen. Daarmee had IJsland, procentueel in verhouding tot de bevolking, grootste supportersschare van alle deelnemende landen.
Ook in 2026 blijft het record staan
Bij het volgende wereldkampioenschap in Canada, de Verenigde Staten en Mexico (2026) doet IJsland vooralsnog niet mee. Maar zelfs als landen als Kaapverdië zich zouden plaatsen, blijft het record van IJsland veilig. Met zijn 350.000 inwoners blijft het eiland onbetwist het kleinste WK-land ooit.
Top 5 kleinste WK-landen ooit (op basis van inwoners bij deelname)
IJsland (2018) – ca. 350.000 inwoners
Trinidad & Tobago (2006) – ca. 1,3 miljoen inwoners
Noord-Ierland (1958, 1982, 1986) – ca. 1,5 miljoen inwoners
Koeweit (1982) – ca. 1,6 miljoen inwoners
Slovenië (2002, 2010) – ca. 2 miljoen inwoners