
Zuid-Amerikaanse voetballers met een Italiaans paspoort zijn een bekend fenomeen in het internationale voetbal. Maar daar komt mogelijk snel verandering in. De Italiaanse overheid wil het makkelijker verkrijgen van een Italiaans paspoort via voorouders aan banden leggen. Dit heeft grote gevolgen – ook voor het Nederlandse voetbal.
Achtergrond: Italiaanse wet maakt EU-paspoort mogelijk voor miljoenen
De Italiaanse nationaliteitswet is gebaseerd op het principe van jus sanguinis – het recht op burgerschap via bloedlijn. Die bestaat al sinds 1992. Hierdoor kunnen miljoenen mensen met Italiaanse voorouders, vaak in landen als Brazilië en Argentinië, een Italiaans paspoort aanvragen, zelfs als hun familie al generaties lang niet meer in Italië woont. Een groot aantal Italianen pakten aan het einde van de negentiende eeuw de boot vanuit Genua, Palermo of Napels naar Noord- en Zuid-Amerika in de hoop op een beter leven. Nu is er een tegenoverstelde beweging.
Vooral in Zuid-Amerika leidde de wet tot een explosie van aanvragen. Italiaanse consulaten in Buenos Aires en São Paulo verwerken tienduizenden dossiers per jaar. En die aanvragen zijn vaak niet toevallig – het Italiaanse paspoort opent namelijk de deur naar Europa, ook voor voetballers.
Tussen 2014 en 2024 is het aantal Italianen in het buitenland namelijk exponentieel gegroeid met 40 procent, van ongeveer 4,6 miljoen naar 6,4 miljoen.
Waarom de Italiaanse overheid nu ingrijpt?
Volgens bronnen zoals AD.nl werkt de Italiaanse regering aan een wetswijziging die het aanvragen van een Italiaans paspoort strenger maakt. Alleen directe nazaten – bijvoorbeeld tot aan de grootouders – zouden nog aanspraak kunnen maken.
De reden: het systeem wordt overbelast én misbruikt. Mensen met nauwelijks binding met Italië krijgen zo een Europees paspoort, wat ook politieke vragen oproept binnen de EU.
Impact op het internationale voetbal – én de Eredivisie
Een Italiaans paspoort maakt een Zuid-Amerikaanse speler aantrekkelijker voor Europese clubs, omdat hij dan binnen het EU-regels (Schengen) valt. Dit scheelt clubs: bureaucratie, een minimumsalaris voor niet-EU spelers (in Nederland ± €450.000) én in bepaalde gevallen een plek in het beperkte aantal toegestane niet-EU spelers.
Een paar concrete voorbeelden:
-
Nicolás Tagliafico, voormalig linksback van Ajax, speelde in Nederland als EU-burger dankzij zijn Italiaanse nationaliteit. De Argentijns international speelt nu bij Olympique Lyon.
-
Santiago Giménez heeft een Mexicaans én Italiaans paspoort. Daarmee werd het extra makkelijk voor AC Milan om 32 miljoen euro aan Feyenoord over te maken.
- Lucas Roza. Ajax nam de Braziliaanse rechtsback in de afgelopen transferperiode over van Real Valladolid. Roza werd al snel speelgerechtigd vanwege een Italiaans paspoort.
- Taylor Booth. De middenvelder is geboren in Eden, Utah. Vermoedelijk kan de speler geen woord Italiaans maar de FC Twente middenvelder (en voorheen FC Utrecht) speelt mede in Nederland vanwege een Italiaans paspoort.
Nederlandse clubs in de knel bij transferbeleid
De Eredivisie staat bekend om het vroeg scouten van talent, ook in Zuid-Amerika. Zonder Italiaans paspoort moeten clubs straks óf meer betalen, óf risico’s nemen. Een voorbeeld hiervan is Feyenoord met Igor Paixão die naast de Braziliaanse nationaliteit geen ander paspoort heeft. De Braziliaanse aanvaller werd gekroond tot Eredivsiei speler van de maand maart.
De stap van de Italiaanse overheid zou de focus van Nederlandse clubs kunnen verleggen naar andere markten. Dat was al het geval voor alles buiten de top vijf maar ook PSV, Ajax, Feyenoord, AZ en FC Twente zullen hun aanpak mogelijk gaan heroverwegen.
Conclusie: Italiaanse wetswijziging met Europese gevolgen
Wat begon als een administratief probleem voor de regering Meloni in Rome, kan binnenkort effect hebben op het transferbeleid in de Eredivisie. Als Zuid-Amerikaanse voetballers niet langer makkelijk aan een Italiaans paspoort kunnen komen, verandert het Europese voetbal. En dat heeft dus voor alle clubs die actief zijn op de internationale markt impact.